Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

woensdag 14 juni 2017

Politieblog. Onverwachte hulp.

Aan het begin van de middag ben ik net klaar met het laatste sporenonderzoek. Ik mag terug naar het politiebureau om het schriftelijk werk te gaan doen. Al rijdend op de A1 hoor ik dat de meldkamer een politiewagen naar een inbraak stuurt. Ik ben in de buurt en rijd er ook meteen heen.

Ik kom tegelijk aan bij de woning met de collega van de noodhulp. En zie dat de woning een seniorenwoning is. Zodra we onze voertuigen geparkeerd hebben worden we hartelijk ontvangen door twee hoogbejaarde dames en een hoogbejaarde man. Zij vertellen ons dat ze familie zijn van de bewoner. De bewoner is een aantal weken geleden opgenomen in een zorginstelling. Door zijn lichamelijke toestand was zelfstandig wonen niet meer mogelijk, ook al kreeg hij alle hulp van instanties en deze drie bejaarde mensen. Kinderen heeft de man niet, zijn echtgenote is lang geleden overleden.

De mensen laten ons de schade zien aan het raam aan de achterzijde. Binnen ligt de inhoud van kasten en laden op de vloer. Er is een badkamer, woonkamer, slaapkamer en kleine keuken. Alles sober ingericht, in de slaapkamer de weeïge geur van urine. Wij leggen de mensen uit wat wij gaan doen. De collega gaat de aangifte opnemen, ik ga sporen zoeken.
“Je zal wel veel afdrukken van ons vinden, wij verzorgen hem en het huis” zegt één van de dames. Ik antwoord dat ik het verschil wel zal zien. Zeker bij het raampje, waardoor de inbreker naar binnen is geklommen. “Tenzij u ook altijd door dat raam naar binnen klimt, dan wordt het lastiger” zeg ik lachend. De vrouw zegt lachend en met een knipoog dat ze soms via het dak naar binnen gaat, maar dat ze dit raampje altijd overgeslagen heeft. En dat er helaas geen koffie meer in huis is. Ik zeg dat dat niet erg is en ga aan het werk aan de achterzijde van de woning, terwijl de collega in de keuken aan de voorzijde de aangifte op neemt met de drie familieleden. Wat een lieve mensen. 

Terwijl ik de afdrukken van de inbreker zoek en de sobere woonkamer inkijk word ik best een beetje boos op de inbreker. Waarom inbreken in deze kleine seniorenwoning? Het leven van de bewoner ligt al genoeg overhoop zonder dat er iemand naar binnen klimt en de kasten leeg trekt. En die drie lieve bejaarde familieleden die nu in de keuken zitten hebben al genoeg zorgen om de bewoner en zichtbaar ook met hun eigen gezondheid.

Ineens wordt er uit de keuken geroepen door één van de vrouwen: “Koude koffie is niet lekker hoor!” Ik loop verbaasd de keuken in. En zie dat er vijf kopjes koffie ingeschonken zijn. Een pak koffie blijkt opgehaald te zijn bij de buren. Want bezoek hebben en geen koffie kunnen aanbieden, dat kan echt niet bij deze mensen. Ik drink de veel te slappe koffie met de collega en de drie oudjes. Ik vertel hen dat ik fragmenten van schoensporen heb aangetroffen en een afvorming maak van de indruk in het kozijn die de schroevendraaier achterliet. En dat de inbreker handschoenen aan heeft gehad. Als ik de koffie op heb vertel ik dat ik nog even in de woonkamer moet zijn voor verder onderzoek.

In de woonkamer loop ik voorzichtig tussen oude, vergeelde foto’s en documenten die op de vloer liggen. Trouwboekje, rouwkaarten, diploma’s, vakantiesouvenirs en brieven. Het leven van de oude man ligt letterlijk op de vloer. 

Als ik daar net klaar ben met het onderzoek en mijn sporenkoffer sluit, wordt er wederom uit de keuken geroepen dat er koffie is. Oh nee, niet nog zo’n slappe bak… Maar weigeren is geen optie. Ik ga weer aan tafel zitten en drink braaf de koffie op. En vertel dat ik klaar ben met het onderzoek en dat ze alle goederen weer in de kasten mogen leggen. 
Dan zegt de man dat ze naar de woning waren gekomen om de kasten leeg te halen, omdat de bewoner nooit meer thuis zal kunnen komen.

De kasten zijn nu al leeg. Wat hulp voor deze mensen was zeker welkom. Maar deze onverwachte “hulp” had achterwege mogen blijven.



Het knippen en plakken van deze tekst is zonder mijn schriftelijke toestemming niet toegestaan. Linken mag uiteraard wel. 

donderdag 1 juni 2017

Treinleven

Na een leuke middag in Zwolle stap ik halverwege de avond in de trein naar Zutphen. Het is rustig. De paar mensen in de tweede klas coupé kijken voor zich uit of op hun telefoon. Net als ik. Niemand praat. Ik vind het prima, heb er ook geen behoefte aan. Des te opvallender is het luide telefoongesprek van de jongen een paar banken achter mij. Het is hetzelfde treinstel, maar er zit een glazen deur en glaswand tussen. En die glazen afscheiding duidt het verschil tussen de eerste en tweede klas. En ondanks het glas hoor ik alles wat hij zegt. Ik probeer mij af te sluiten voor zijn luide gesprek, maar al snel heeft hij mijn onverdeelde aandacht. 

'Ja ik zit hier gewoon in de eerste klas! Wat een luxe gek, echt niet normaal, zit hier helemaal alleen, kan elke minuut op een andere bank gaan zitten!’
Ik draai mij om. Ik zie dat hij met zijn rug naar mij toe zit en zie alleen een kort geschoren blond koppie boven de bank uit. Rond de twintig schat ik hem. Hij klinkt niet als iemand die eerste klas reist.

'Wat denk je, zit ik boven of beneden?'
Blijkbaar mag de persoon aan de andere kant van de lijn gaan raden. 
‘Jaaa, ik zit beneden! Lachen gek!’
Dat snap ik niet en de persoon met wie hij belt blijkbaar ook niet, want hij herhaalt het nog twee keer.

'Ze hebben stroomdingen hier! Waarom hebben ze die in de tweede klas niet!'
Ik heb het idee dat de jongen zwart rijdt en dat in stijl doet. Maar de toon van zijn gesprek is zo grappig dat ik er eigenlijk wel om moet lachen.

'Ik ga miljonair worden hoor! Echt waar, ik ga miljonair worden! Nou weet ik hoe rijke miljonairs reizen, kicken joh!'

Ik vind hem leuk, deze onbekende blonde jongen. Bijna kinderlijk blij omdat hij eerste klas reist en dit geluk maar al te graag wil delen met de persoon met wie hij belt.

'Die banken hè, die zitten echt veel beter hoor!'
Onwillekeurig draai ik mij om en kijk naar de eerste klas banken om te zien of daar nou echt zoveel verschil in zit. Als ik weer voor mij kijk zie ik dat de conducteur de coupé inloopt. De jongen belt gewoon door. Stiekem hoop ik dat hij de conducteur opmerkt en weg kan lopen voor hij gecontroleerd wordt. De conducteur is snel klaar met het gedeelte waar ik zit en met een 'fijne avond nog' loopt hij door naar de jongen. Ik draai mij om.

'Ja, wacht even hoor, de conducteur is er!'
Hij draait zijn hele vrolijke gezicht naar de conducteur en dan zie ik een gedeelte van zijn kleding en gezicht. Hij is het type dat mijn ouders zouden classificeren als “opgeschoten jongere” en waarvoor ik eigenlijk geen modernere term kan bedenken. Ik zie de conducteur ook wat bedenkelijk kijken en hoop echt dat hij hem geen boete geeft. Dan zie ik hoe de jongen zijn hand uitsteekt en een OV-chipkaart aan de conducteur geeft met een geprint kaartje. Blijkbaar de upgrade naar de eerste klas. Als hij gecontroleerd is belt hij vrolijk verder. Ik kijk weer voor me, wetend dat ik te snel over hem geoordeeld heb. 

In Deventer stapt hij uit. Het eerste klas gedeelte leeg, het treinstel in stilte en mij met een grote glimlach achterlatend.



Deze column is eerder verschenen in Contact Zutphen-Warnsveld.

Het knippen en plakken van deze tekst is niet toegestaan zonder mijn toestemming. Linken naar deze site mag wel.