Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

dinsdag 26 mei 2015

Fiatje. Column 2015-20 voor Contact

Deze column is geplaatst in de Contact. 


"Goedemorgen lieverd, ga je met me mee?" Ik sta 's ochtends vroeg op de parkeerplaats en weet dat ik geen antwoord op mijn vraag ga krijgen. Toch klets ik gewoon door: "Het is koud hè, laten we maar snel gaan rijden, dan krijgen we het vanzelf wel warm.” Ook nu weet ik dat ik geen antwoord krijg. Ik klop even met mijn hand op het dak van mijn auto, open met de sleutel het portier en stap in. Ik steek de sleutel in het contact, trap de koppeling in en draai de sleutel om. Ik hoor de motor even pruttelen en trap dan het gas in en rijd weg. “Goed zo schat, ben weer trots op je” zeg ik als ik de straat uitrijd. Het enige antwoord dat ik nu krijg is een tevreden ronkende motor. De rest van de reis naar het werk zeg ik niks meer, tot ik er ben en parkeer. Als ik uitstap en het portier op slot draai ben ik blij dat ik er ben. Blij dat mijn oude, maar o zo geliefde autootje me weer heeft gebracht waar ik moet zijn. En af en toe praat ik dus tegen mijn auto, mijn oude Italiaantje. 
“Koop toch eens een fatsoenlijke Italiaan, een Alfa dus” zegt een collega vaak tegen me. Ik peins er niet over, ik blijf trouw aan mijn oude geliefde Fiatje. En ik zeg hem dan dat hij met de verkeerde Italiaan op pad is… Dat hij af en toe wel gelijk heeft, dat ga ik hem niet vertellen. Nooit. Want mijn Fiatje laat me best wel eens in de steek. En dan kan ik lief kletsen, maar dan doet ze echt niet wat ik wil. Ze inderdaad, mijn auto is namelijk een meisje. Hoe ik dat weet? Mannetjesauto’s hebben een trekhaak… Mijn Fiatje niet, dus is het een meisje. Logisch. 
Maar omdat ze me wel eens in de steek laat, heb ik inmiddels wel een beetje verstand van auto´s. Ik weet hoe ik olie moet peilen, banden moet oppompen, moet starten met startkabels en koelvloeistof moet bijvullen. En ik kan heel goed uitleggen aan de man die m’n Fiatje (te) vaak repareert wat het nieuwe probleem is… En daarmee is deze man mijn held en vaak de Fiatjesredder in nood. 
Afgelopen week rook ik weer eens een rare geur in de auto. Zolang ik geen zwarte rook zie en er lampjes gaan branden rijd ik stug door, al pratend tegen Fiatje dat ze het moet redden tot aan huis. Dat deed ze braaf. Ik parkeerde, liet haar een paar uur afkoelen (het is en blijft nou eenmaal een heetgebakerde Italiaanse) en ik opende toen de motorkap. Ik had een jurkje aan en stond op hakken de olie en de koelvloeistof bij te vullen. Een ouder echtpaar liep langs. En toen hoorde ik de vrouw zeggen: “Dat vind ik nou zo stoer! Dat een vrouw gewoon zelf zo met haar auto bezig is!” Ik moest er wel om lachen. Ik zorg goed voor mijn Fiatje, al is het vaak bittere noodzaak…
Volgend jaar wordt ze 18. Meerderjarig dus. Ik hoop dat ze dan over de pubertijd heen is en geen kuren meer vertoond, maar dat we samen nog heel lang op pad kunnen en Alfa´s met een trekhaak voorbij kunnen scheuren. Girlpower!

zondag 17 mei 2015

Moordenaar. Column 2015-19 voor Contact.

Deze column is gepubliceerd in de Contact.

Ik moet wat bekennen. Ik kan wel altijd schrijven over leuke, lieve en mooie dingen, maar zo ben ik natuurlijk niet altijd. Ik schrijf ook wel over wijntjes drinken, maar mijn donkere kant die ik nu maar eens op moet biechten doe ik niet onder invloed van wijntjes. Eigenlijk doe ik het altijd. En nog onbewust ook, wat het eigenlijk nog erger maakt.
Ik ben verantwoordelijk voor meerdere moorden. Nou ja, omdat ik het niet bewust doe is het meer doodslag dan moord. Maar toch. Alle doden waar ik verantwoordelijk voor ben vallen bij mij in huis, doorgaans in de woonkamer. U hoeft nu niet meteen politie Zutphen te bellen. De gesneuvelden hier in huis zijn namelijk de planten. En daarvoor zal ik niet aangehouden worden. Ik heb gewoon geen groene vingers, ik dood ze dus niet voor mijn lol. Ik doe mijn uiterste best om de plantjes goed te verzorgen, maar het lukt me niet om ze levend te houden. Vorige week had ik nog vier levende plantjes over. De rest was inmiddels oneervol begraven in de groene container. Tot een collega langskwam en subtiel naar een palm in de vensterbank wees en zei: “Volgens mij is die palm stervende…” Een week later kon ook die palm de container in, ondanks verschillende levensreddende pogingen. Tot overmaat van ramp vond konijn een manier om via de bank de vensterbank te bereiken, alwaar een plantje gruwelijk aan zijn einde kwam in de bek van konijn. En toen waren er nog maar twee over. Ik vond het maar kaal in huis. En dus zat er niks anders op dan naar de winkel te gaan en nieuwe planten te kopen. Dat Oxalis failliet ging heeft zeker niet aan mij gelegen…
In de winkel kijk ik naar de planten en voel me een moordenaar op zoek naar het volgende slachtoffer. Ik zie een palm die ik simpelweg te mooi vind om mee naar huis te nemen, bang dat ik ook deze weer snel een enkeltje palmenhemel geef. Ik zoek verder naar planten. Planten die ik mogelijk wel in leven kan houden en planten waar konijn zijn tanden niet in wil zetten. Plastic planten dan maar? Ik kijk er even naar, maar ik vind het niks. Als ik in een restaurant zit en er staat een plastic plantje op tafel wantrouw ik meteen het eten. Plastic is nep en dat wil ik niet. Maar plastic gaat ook niet dood… Toch loop ik terug naar de echte planten. Als ik een paar mooie exemplaren gevonden heb en ze in een mandje heb gezet fluister ik alvast mijn excuses tegen de planten en ik zeg tegen ze dat ik mijn uiterste best ga doen om ze heel oud en groot te laten worden. Als de verkoopster me raar aan staat te kijken reken ik snel af en ga direct naar huis toe waar ik de planten in potten zet en een mooi plekje geef. Het gaat nu al 10 dagen goed, in de groene container nog geen kamerplant… Maar voor hoelang? Ik vrees dat ook dit keer mijn ware aard als plantenmoordenaar aan het licht zal komen… 

Vrijheid. Column 2015-18 voor Contact.

Deze column is geplaatst in de Contact.

Vrijheid. Voor mij betekent vrijheid dat ik kan gaan en staan waar ik wil met wie ik dat wil. Dat ik mag zeggen en schrijven wat ik denk. Dat het niet nodig is om bang te zijn, maar onbezorgd op straat kan lopen. Dat die vrijheid niet altijd vanzelfsprekend is geweest hier in Nederland, daar ben ik me zeker van bewust. Niet iedereen die in Zutphen woont heeft altijd in vrijheid kunnen leven. Oudere mensen die de tweede wereldoorlog hier hebben meegemaakt, maar ook jonge mensen die opgegroeid zijn in andere landen waar vrijheid niet normaal is en die hun land en geliefden hebben moeten ontvluchten om hier een nieuw leven op te bouwen, vaak tegen wil en dank. De vrijheid hier is ook niet zomaar gekomen. De vrijheid hier heeft vele mensenlevens gekost. En daarom was ik op 4 mei om 20:00 uur twee minuten stil en in gedachten bij hen die hun levens waagden om voor de vrijheid te vechten. Ik was aan het werk, en kon daarom niet bij het Gideon Monument in Zutphen zijn. Jammer, want ik had graag de Canadezen de hand willen schudden die zo lang geleden Zutphen hebben bevrijd. Ik kwam laat thuis en zag de indrukwekkende foto’s op internet. Een Canadese veteraan in een rolstoel die het lukt om toch op te staan en zo zijn dienstmaten te eren. Kippenvel achter de laptop. Het moet indrukwekkend zijn geweest om daar bij te zijn.
Op 5 mei de vrijheid vieren. Want vrijheid is zeker een feestje waard. Ik had heel veel zin om naar het Lokale Helden 5 mei Festival te gaan. Maar helaas, ook deze 5 mei mocht ik aan het werk. Als ik rond 14:00 uur in mijn autootje Zutphen uit rijdt barst net het noodweer los. Ik zie de tenten staan op het ´s Gravenhof en kan alleen maar hopen dat ze blijven staan en dat er een flink feest gevierd kan worden. Waar ik helaas ook niet bij kan zijn is de Liberation Parade. En ook nu kijk ik na het werk thuis op de laptop naar de indrukwekkende foto’s ervan op internet. Wat een mooie parade en wat is het goed geregeld door de organisatie. Echt jammer dat ik moest werken. Hoewel vrijheid voor mij ook betekent dat ik werk kan doen wat ik zelf wil, zonder dwang. En vrijheid was deze dagen dus niet vrij zijn. Maar leven in vrijheid, dat vier ik elke dag wel klein. 

Koningsdag 2015. Column 2015-17 voor Contact.


Deze column is geplaatst in de Contact.

Maandag 27 april. De eerste echte Koningsdag die ook echt op de verjaardag van onze Koning wordt gevierd. En hoewel er prachtige feesten in het hele land zijn en de koning en zijn gezin in Dordrecht te aanschouwen zijn, blijf ik gewoon in Zutphen. In Zutphen is immers genoeg te doen.
’s Ochtends sta ik voor de kledingkast om een oranje shirt uit te zoeken. Oranje is niet mijn favoriete kleur, maar voor Koningsdag en voetbalwedstrijden van het Nederlands elftal heb ik een oranje shirt. Die dagen pas ik mij aan en draag ik oranje in plaats van het mij zo geliefde roze.
Bij het ontbijt drink ik uiteraard oranje sinaasappelsap. Ik krijg op mijn telefoon een berichtje met een foto van een goede vriend die trots laat zien hoe hij er met een oranje pruik en oranje stropdas uitziet. Ik moet er om lachen en wens hem een fijne Koningsdag. Ik zet de televisie aan om te kijken hoe het onze koning in Dordrecht vergaat. Ik zie dat Máxima wel gewoon in het roze gekleed is. Als Máxima het mag, dan mag ik het ook besluit ik en daarom loop ik naar boven en verruil direct het oranje shirt voor een roze. Het oranje shirt kan terug de kast in tot volgend jaar EK voetbal. Tenzij het Nederlands elftal in het roze gaat spelen…
Ik loop het centrum in, in de richting van de Nieuwstad waar de kleedjesmarkt is. Niet dat ik wat nodig heb, maar gewoon een beetje rondneuzen is leuk. In de Spittaalstraat zie ik één blond meisje met een kleedje wat spulletjes verkopen. Gewoon omdat het meisje er zo dapper alleen zit koop ik bijna wat. 
Er zijn meer dappere mensen. Mensen die uit een vliegtuig springen met een parachute boven Zutphen. Wat moet dat geweldig zijn! Wat een fantastische ervaring om op die manier Zutphen te zien. Een fractie van een seconde bedenk ik me dat ik het ook wil. Maar dan realiseer ik me dat ik het gewoon niet durf. Niet in het roze en niet in het oranje. En dus hoop ik maar op mooie foto’s van dappere springers die ik gewoon vanuit de luie stoel kan bekijken.
In het centrum is het helemaal niet eng en heel gezellig. Er zijn leuke bands en er is een goede sfeer. Helaas moet ik de oranjebitters aan me voorbij laten gaan omdat ik nog moet werken ´s nachts. Maar zonder oranjebitter en met roze kleding is het ook gewoon een echt feestje, deze Koningsdag in Zutphen.

Sushi. Column 2015-16 voor Contact.

Deze column is gepubliceerd in de Contact.

Lang geleden werkte ik samen met twee hele leuke dames. Samenwerken doen we allang niet meer, maar zo’n twee keer per jaar gaan we nog samen uit eten, gezellig bijkletsen en lekker eten met een wijntje erbij. We gaan vaak naar hetzelfde restaurant. Gewoon omdat het er goed is en omdat we er lekker ongedwongen kunnen zitten kletsen.
Voor ons laatste etentje werd het idee geopperd om sushi te gaan eten. Ik was niet enthousiast. Jaren geleden heb ik sushi gegeten en ik vond het niet lekker. Ik eet geen vis en de andere sushi vond ik niet lekker. Ik heb het daarna nog eens geprobeerd en heb toen de conclusie getrokken dat sushi en ik niet samengaan. Maar omdat het al zo lang geleden was en de andere dames zo enthousiast waren heb ik ermee ingestemd. Drie keer is scheepsrecht en we zouden naar een restaurant gaan waar ik nog nooit geweest was.. Bovendien hoor ik om me heen veel enthousiaste sushi verhalen en zie ik op Facebook hoe collega’s fanatiek zelf sushi maken. Dus ik gaf de sushi een nieuwe kans. Bovendien is sushi hip en ik wil niet achterblijven uiteraard…

Eenmaal binnen werd ons duidelijk gemaakt dat we via een iPad moesten bestellen. Ik bekeek de menukaart met wat argwaan. Wel onder het genot van een wijntje uiteraard. Eerst maar beginnen met soep. Soep is geen sushi, lekker veilig dus. Mijn tafelgenoten begonnen ook met soep. Even wachten en kletsen en vast oefenen met de stokjes. Toen de soep op tafel werd gezet (met een lepel gelukkig) nam ik een hapje. Of eigenlijk een slokje. Echt lekker vond ik het niet. Mijn tafelgenoten wel, dus het lag in ieder geval niet aan de kok. Daarna toch maar eens echt sushi besteld. En nog een wijntje. Na even gewacht te hebben werd de sushi geserveerd. En het zag er werkelijk prachtig uit. Kleine kunststukjes, bijna zonde om op te eten. Ik pakte de stokjes en toen werd het echt ingewikkeld. Hoe eet je sushi met stokjes? Mijn tafelgenoten lukte het ook niet, dus lol hadden we wel. De serveerster zag hoe wij aan het worstelen waren met stokjes en sushi en vroeg of ze bestek zou brengen. Maar nee, dat wilden we niet. Andere gasten zagen wij volleerd en met het grootste gemak sushi eten met stokjes, dus dat moest ons ook wel lukken. Het duurde even, maar uiteindelijk lukte het om van de sushi te eten. Echt lekker vond ik het nog steeds niet, hoe mooi het er ook uitzag. Smaken verschillen nou eenmaal… En ik zal dus maar gewoon moeten toegeven dat ik niet hip genoeg ben voor stokjes en sushi. En nu maar hopen dat mijn leuke oud collega’s de volgende keer niet hip met me mee willen doen…

Mobiel. Column 2025-15 voor Contact

Deze column is geplaatst in de Contact.

Ineens, op een zaterdagmiddag zie ik dat mijn telefoon geen contact meer maakt met de provider. Het toestel blijft zoeken. Bellen en smsen is niet meer mogelijk. Via Wifi kan ik nog Whatsapp en Facebook en mijn mail lezen. Ik mopper wat op de provider omdat het netwerk er blijkbaar uit ligt en ik leg mijn telefoon aan de kant. Als ik twee uur later weer op mijn telefoon kijk is er nog steeds geen verbinding met de provider. Ik kijk op internet en zie dat er geen storing bekend is. Daarom zet ik mijn telefoon een paar keer aan en uit, maar het helpt niet. “Zoeken naar netwerk” blijft in het scherm staan. De volgende dag, zondag, is mijn telefoon nog steeds aan het zoeken naar een netwerk. Daarop besluit ik het ding aan de computer te leggen en terug te zetten naar fabrieksinstellingen. Uren later ben ik de helft van mijn contacten en foto’s kwijt (vergeten back-up te maken) en staar ik naar een telefoon in mijn hand die nog steeds niet stopt met zoeken. Lastig en rustig is het dus ineens. Op dinsdag kan ik eindelijk naar de winkel met het toestel. Als ik binnenloop vraagt een aardige medewerker of hij mij kan helpen. Ik vertel hem dat mijn telefoon al een aantal dagen geen contact meer kan maken met de provider. De  verkoper kijkt mij lachend aan en zegt dan: ´En nu kom je ons bedanken voor een paar heerlijk rustige dagen?´Ik schiet in de lach en zeg dat ik er best van genoten heb, maar dat het toch de bedoeling is dat mensen mij zo af en toe kunnen bereiken. De verkoper zegt dat hij mij in dat geval gaat helpen. Ik vertel hem dat ik de telefoon niet in de wc heb laten zwemmen en niet heb laten vallen, maar dat het gewoon ineens over was. Na wat testjes blijkt het aan mijn telefoon te liggen en niet aan de provider. Mijn toestel moet opgestuurd worden. Ik heb geen recht op een leentoestel dus ik zoek mijn hele oude telefoon maar weer eens op, zonder internet. Wel bellen en smsen. De eerste paar dagen was het vooral heel lastig. En toen vond ik het eigenlijk wel heel erg lekker en rustig. Geen mailtjes meer overdag die ik vluchtig en half las, maar ´s avonds na het werk even rustig de mail lezen met een kop thee erbij. 
Over een paar dagen is mijn telefoon weer klaar. En dan ga ik zeker die verkoper bedanken. Bedanken voor de rust, maar toch net iets meer bedanken omdat mijn telefoon weer gemaakt is! 

Pasen. Column 2015-14 voor Contact


Deze column is geplaatst in de Contact.

Ik begon Pasen dit jaar in Eibergen. Ik kon me geen betere plaats in Nederland voorstellen om Pasen te starten dan in Eibergen. IJmuiden was te ver en bovendien zit er geen echte ei in IJmuiden. In Eibergen wel. Ik begon echter niet met een paashaas, wel met een kleine kater. Maar dat kwam omdat het de avond ervoor weer eens iets te gezellig was geworden met de goede vrienden waar ik verbleef. De kater verdween snel na een lekker ontbijtje met een eitje. Bovendien hebben deze vrienden twee honden die ook goed poezen en katers verjagen. Na het ontbijt werd het tijd om naar huis te gaan. Al rijdend door de mooie Achterhoek waar de lammetjes vrolijk in de wei huppelden. De radio hard aan en vals meezingend reed ik rustig door. Het grote voordeel van Pasen boven Kerst is dat er geen paasliedjes zijn. En laten we dat vooral zo houden. Vaak ben ik in de tweede week van december alle kerstliedjes al spuugzat en zap ik net zolang tussen de zenders tot ik een normaal nummer hoor. Nu waren er alleen gewone leuke liedjes op de radio. 
Eenmaal thuis zaten mijn eigen paashazen braaf op mijn komst wachten. Ik hoopte nog even dat ze wat chocolade eieren hadden verstopt in mijn huis, maar helaas. Niks van dat. Nou had ik zelf ook wel de eieren kunnen verstoppen in mijn huis voor ik naar Eibergen vertrok, maar dat is toch een stuk minder leuk. En je mag toch wat terug verwachten van die beesten voor alle goede zorgen. Compleet ongeschikt als paashaas zijn ze dus. 
Wat ik verder van Pasen verwacht is mooi weer. Met zon. En dat was er eerste Paasdag! Niet heel warm, maar warm genoeg om lekker buiten te zijn met vrienden. Wel met een jas aan. Eigenlijk was het te koud om met een jas aan buiten stil te zitten, maar niemand was bereid om dat toe te geven. Stug volhouden. En wat glazen prosecco doen dan ook wonderen.
Tweede Paasdag ging ik naar oma koekjes brengen. Of eigenlijk maar één koek: een enorme gevulde koek in de vorm van een haas. Van de lekkerste bakker van Zutphen. En daarmee bedoel ik niet de bakker zelf, maar wel zijn producten. Gezellig met oma kletsen, binnen. Buiten was het echt veel te koud. 
Maar nu de Pasen voorbij is lijkt het toch echt mooi weer te worden. Al begon ik de dinsdagochtend na Pasen met het krabben van mijn autoruiten. Geen goed begin dus, maar eind deze week is ons 20 graden beloofd. Pasen staat voor een nieuw begin, en laat dat nieuwe begin van de lente nu maar echt komen!

Anton de Ronde. Column 2015-13 voor Contact

Deze column is geplaatst in de Contact.


Ik herken bijna nooit bekende Nederlanders. Er kan een bekende Nederlander tegenover me gaan zitten in de trein, ik zal hem of haar niet herkennen. Ik let er niet op en vaak zien ze er zo anders uit dan op televisie of in de krant dat ze ook nog lastig te herkennen zijn. In de gemeente Zutphen wonen niet veel bekende Nederlanders. Harm Edens zie ik wel eens voorbij lopen in de stad, en die herken ik dan ook wel, hij is vaak genoeg te zien op de televisie. Hij is vast één van de bekendste inwoners hier. Voor mij is er echter een meer bekende Nederlander binnen onze gemeente die ik altijd herken op straat. En dat is Anton de Ronde. Als politiewoordvoerder heeft hij 25 jaar lang de politieberichten verwoord. Op de radio, de televisie en voor de krant. Als er iets ernstigs had plaatsgevonden was hij binnen de kortste keren op het scherm te zien om ons te vertellen wat er was gebeurd. Vroeger met snor, tegenwoordig zonder. Anton gaat wel met z’n tijd mee. Op de achtergrond vaak de plaats van het misdrijf waar de forensische opsporing nog aan het werk was. Of hij stond bij het politiebureau in Zutphen of in Apeldoorn. Ook heb ik hem regelmatig gezien in het programma Opsporing Verzocht. Altijd correct, zonder haperen en stotteren stond hij voor de camera. Serieus ook. Zelden had hij de eer om goed nieuws te mogen brengen op donkere plaatsen-delict. Dat hoort nou eenmaal bij het werken voor de politie, maar hij stond er altijd in een keurig uniform, zonder een spoortje slaap.
Nou heb ik de eer gehad om Anton ook wel eens niet voor de camera te zien. En dan was ook de andere vrolijke kant van hem goed zichtbaar. En hoorbaar. Wie eenmaal de opvallende lach van Anton heeft gehoord vergeet deze niet meer… 
Sinds 30 maart is Anton ermee gestopt. Ik mocht bij zijn afscheid zijn in het politiebureau in Apeldoorn. Aldaar waren vele mensen gekomen om hem de hand te schudden. Er werden mooie woorden gesproken en uiteraard nam hij zelf ook nog het woord, op zijn eigen manier. Een politiewoordvoerder die zonder woorden na veertig jaar zijn werkgever verlaat, dat kan natuurlijk niet. Zijn directe collega’s maakten hem op een ludieke manier duidelijk dat ze hem zullen gaan missen.

Ik zal Anton ook missen. Zijn gezicht en stem zijn mij zo vertrouwd bij grote en minder grote politieberichten. Als ik Anton over een gruwelijk misdrijf zie en hoor vertellen heb ik er alle vertrouwen in dat het opgelost gaat worden. Hij zal ongetwijfeld hele goede opvolgers hebben en ik gun hem echt een goede oude dag (nooit geweten dat hij al zo oud was trouwens). Ik hoop zijn lach nog vaak te horen, ergens in de gemeente Zutphen. 

Gewoon Zutphen. Column 2015-12 voor Contact

Deze column is gepubliceerd in de Contact.


Zutphen is leuk, maar relatief klein en rustig. Zo af en toe heb ik het nodig om in de grote, drukke stad te lopen en te genieten van alles wat een echt grote stad te bieden heeft.
Ik was al een tijdje niet in Amsterdam geweest, dus het werd de hoogste tijd om weer te gaan. Ik houd van onze hoofdstad Amsterdam. De drukte, de gebouwen, de grote stad, de trams, de kanalen, de herrie. Maar bovenal vind ik het geweldig om tussen zoveel verschillende nationaliteiten te lopen. Zodra ik het Centraal Station uitloop hoor ik om me heen Spaans, Japans, Italiaans, Engels, Duits en Chinees. En vast nog meer talen, maar geen idee waar die mensen vandaan komen. In Zutphen hoor ik geregeld Duits en heel af en toe Engels, maar zoveel internationaal bezoek is er helaas niet. Ik slenter graag door de drukte, plof neer op een terrasje om maar gewoon om me heen te kijken en winkel in bijzondere winkels. Vanuit Zutphen kan ik snel in de grote stad zijn. Een uurtje in de auto of anderhalf uur met de trein. Ervan uitgaand dat de trein rijdt volgens plan.
Af en toe heb ik ook wel eens helemaal geen behoefte aan stad en drukte. Dan vind ik Zutphen al te druk en te groot. Dan ga ik graag wandelen in de de bossen of op de heide. Fietsen en wandelen. Rust, ruimte en natuur, ver weg van het stadse leven. Zutphen is helemaal niet zo druk, maar af en toe eruit, dat heb ik ook nodig. Als ik langer de tijd heb dan ga ik graag naar Friesland. Water en ruimte. Mijn hoofd leeg maken in de stilte, zonder verkeer, mensen of winkels. En ook dat is een voordeel van Zutphen. Op de fiets ben ik snel uit de stad tussen de weilanden of de bossen. En met de auto is de Veluwe of de Posbank ook heel dichtbij.
Maar de meeste tijd heb ik geen zin in grote steden of alleen zijn in de bossen. Dan vind ik Zutphen de beste plek om te zijn. 
Eigenlijk is Zutphen gewoon de perfecte stad. Druk, maar niet te druk. Groot, maar niet te groot. Rustig, maar niet te rustig. En klein, maar niet te klein. Zutphen is gewoon Zutphen. En vanuit Zutphen ben ik snel in Amsterdam of in het bos. Maar meestal ben ik toch gewoon het gelukkigst in het Zutphen. Gewoon Zutphen.