Copyright H.E. Schoonekamp. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

woensdag 31 december 2014

Dag 2014

zondag 28 december 2014

Guus. Column 2014-50 voor Contact

Henrieke is even weg. En dat geeft mij de kans deze plek in te pikken. Ze heeft het niet door dat ik dit doe, gelukkig maar. Ze is namelijk nogal gehecht aan dit plekje in de Contact. 
Wie ik ben? Ik ben Guus en ik woon sinds enkele jaren bij Henrieke, samen met mijn vriendin Loes. Of eigenlijk woont Henrieke bij ons. Ik ben een konijn en ik ben heel erg groot. Loes is wat kleiner. We hebben een heel goed leven bij Henrieke. We lopen door haar woonkamer en als we de kans krijgen glippen we naar boven, of liever nog: dan lig ik op de bank. Tot Henrieke dat ziet en roept "Guus!" Dan moet ik eraf en ga ik maar op het kleed liggen. Ik krijg altijd de blaadjes en stronkjes van de groente als ze aan het koken is. Dan sta ik naast haar te wachten in de keuken.

Ik weet dat Kerstmis er weer aan komt. Hoe ik dat weet? Als ik in de woonkamer lig zeggen mensen in januari: "Ow, die is eind dit jaar nog groter!" In de zomer roepen ze: "nog een half jaartje!" terwijl ze me kwijlend aankijken. En nu hoor ik iedereen vragen: "moet hij nog niet de pan in?"
Het antwoord is nee! Ik moet niet de pan in! Ik heb hele grote oren, ik hoor echt wel wat jullie zeggen. Ik weet ook wel dat ik een lekker ding ben en dat ik een lekker kontje heb. Maar mijn harig kontje is van mij en gaat niet kaal de oven in.

Ik wil deze plek even gebruiken om te zeggen dat ik ook gevoel heb. Ik ben geen lekker stukje vlees. Ik ben gewoon een konijn. Ik wil rennen, springen en op de bank liggen. Als ik van de planten in de vensterbank heb gegeten dan zegt Henrieke altijd tegen me dat ze me aan de Whiskas geeft. Ik weet echt wel dat ze dat niet meent, ze houdt niet zo van katten.

Henrieke eet gelukkig geen vlees, Ik wil deze plek gebruiken om iedereen te vragen geen konijn te eten met kerst. En ook niet de rest van het jaar. Gewoon nooit meer. En eigenlijk ook geen andere dieren. We eten jullie immers ook niet op. We zijn levende wezens met gevoel en zijn niet op aarde om in de pan te eindigen. We zijn wel op aarde om lekker rond te struinen en om veel geaaid te worden, daar houden we van.

En dan nog wat: ik ben ook geen bontkraag of een truitje. Ik wil niet levend gevild worden om als bontkraag te eindigen of kaalgeplukt worden voor een angoratruitje. Mijn vachtje is van mij! De haren die ik verlies mag je wel komen halen om er een truitje van te breien, dat zal Henrieke ook wel fijn vinden.

Deze kerst ga ik dus niet de pan in. Nooit ga ik de pan in. En iedereen die dat in 2015 nog vraagt bijt ik in de enkels, dat beloof ik! 
En nu snel op verzenden drukken voor Henrieke thuis komt en me alsnog aan de Whiskas geeft... 

zaterdag 6 december 2014

Kerstsfeer. Column 2014-49 voor Contact

Nu die goede, oude Sjnt het land uit is, is er alle ruimte om huis en haard klaar te maken voor de Kerstmis. En daar hoort een kerstboom bij natuurlijk. Het valt nog niet mee om de goede kerstboom te vinden. Te groot, te klein, te scheef, te veel takken, te weinig takken en kan er wel een piek op de top? Wel kluit, geen kluit of toch maar een kunstboom aanschaffen. Als de boom eenmaal staat dan moeten de lampjes erin. En hoewel ik zeer zeker weet dat ik vorig jaar het snoer met lampjes keurig netjes heb opgerold en in de doos met kerstspullen heb gelegd, is het nu toch echt een wirwar van snoer en lampjes. Ik kijk de kerstman, sneeuwpop en het engeltje in de doos boos aan. Ik heb een jaar niet in de doos gekeken, dus één van moet het snoer in de war hebben gemaakt... Ik sluit konijn op in zijn hok zodat ik de hele vloer kan gebruiken om het snoer weer tot een logisch geheel te maken zonder dat hij er vakkundig meerdere snoertjes van maakt met zijn tanden. Als de lampjes zonder knopen in de boom hangen, dan de ballen erin. Om me heen zie ik mensen fantastische kerstbomen maken met thema's. Alleen rode, zwarte of champagnekleurige ballen. Met beertjes of vogeltjes. Geweldig om naar te kijken. Ik heb geen thema, wel van alles wat en ik vind het prima. Als de boom staat kijk ik er tevreden naar met een grote mok thee. Kerstkransje erbij, heerlijk die kerst in huis! 
's Avonds ga ik de stad in. Ik heb er afgesproken met een vriendin. Het is koud buiten en met al die kerstspullen om me heen heb ik ineens heel veel zin in glühwein. Vriendin is daar ook voor te porren en we gaan naar de Korenbeurs. En hoewel Edwin Bentum van de Korenbeurs zich voor de finale heeft geplaatst van de landelijke biertapwedstrijd laat ik het potentieel best getapte biertje van Nederland toch even aan me voorbij gaan voor een lekkere warme glühwein. Al is het leuk om tijdens het kletsen en drinken van de glühwein te zien hoe zo'n perfect biertje nou getapt wordt. Leuk dat iemand uit Zutphen in de finale staat, hopelijk gaat de eerste prijs mee naar huis! 
Ik klets gezellig met vriendin en de kou, de kerstversiering en de glühwein maken dat ik echt uitkijk naar de kerst. Zou het een witte kerst worden? Nog een week of twee wachten en genieten van de kerstsfeer voordat het echt kerst is. Heerlijk. 

Hoor wie klopt daar... Column 2014-48 voor Contact

'Hoor wie klopt daar kinderen, hoor wie klopt daar kinderen, hoor wie klopt daar zachtjes tegen het raam.' In plaats van zacht geklop op het raam hoor ik een harde bons op de voordeur. Ik schrik ervan, maar besef me dan dat de bel het niet doet. Omdat dronken droppies in het weekend nogal van belletje lellen houden midden in de nacht heb ik de stekker van de bel eruit getrokken. Ik open de voordeur en zie geen vreemdeling zeker die verdwaald is zeker en ik hoef dus ook niet te vragen naar een naam. Sint Nicolaas brengt vanavond geen bezoek en strooit ook niks lekkers in elke hoek. Gelukkig niet, dat geeft weer zo'n zooitje. Ik heb niet eens een verlanglijstje gemaakt, dus Sint weet niet wat mijn wensen zijn. Ik krijg dus geen cadeautjes, maar is er ook geen risico dat ik in een zak mee moet naar Spanje. Ik wil best naar Spanje, graag zelfs, maar niet in een zak.
Gewoon bezoek dus, heel gezellig. De vriendin die voor de deur stond laat ik binnen. Ze ziet mijn schoenen in de gang staan en vraagt of ik niet een beetje overdrijf. Ik kijk haar vragend aan. Ze zegt dat ik wel erg veel schoenen heb gezet voor Sinterklaas. 'Ach, het was het proberen waard' zeg ik met een grote grijns. Die schoenen staan het hele jaar in de hal. Maar nu valt het wel erg op.
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe. We gaan aan de eettafel zitten en bij een kopje thee eten we pepernoten. Heel veel pepernoten. Hoewel ze eigenlijk kruidnoten heten heb ik me laten vertellen. Ze smaken er niet minder om en met haar mond vol pepernoten wijst vriendin naar konijn die druk bezig is een wortel een kopje kleiner te maken. 'Die wortel moet je in je schoen doen, niet aan konijn geven!' roept ze. Ongelooflijk hoe alles in deze tijd in het teken staat van Sinterklaas. Mijn hersenen vertalen alles naar hem. En ik ben dus niet de enige. 
Diezelfde nacht zit ik ineens rechtop in bed, wakker geschrokken van heel veel gestommel op het dak. Sinterklaas, is het eerste wat ik denk. Ik steek mijn hoofd uit het raam om een glimp van hem op te vangen. En terwijl ik met mijn hoofd uit het raam hang word ik ineens wat wakkerder en voel me een grote idioot. Een dikke duif die blijkbaar die herrie maakte kijkt me raar aan. Snel kijk ik naar beneden, maar daar is gelukkig geen mens te bekennen. Niemand die mij heeft gezien. Snel ga ik weer in mijn warme bedje liggen. Laat 6 december maar komen, dan functioneer ik weer normaal! 

Sinterklaas. Column 2014-47 voor Contact

De voorbereiding was goed. Op school had ik hard gewerkt aan een hele mooie muts. Een muts met een rand van papier en een bol van roze crêpepapier erop. Roze uiteraard, een ander kleur was geen optie. Ik kende alle Sinterklaasliedjes uit mijn hoofd. Mijn moeder had mijn mooiste jurkje klaar gehangen en me geholpen met het aantrekken van de maillot. Ze had me op het hart gedrukt deze dag alsjeblieft niet te vallen zodat ik de rest van de dag met een gat in m'n maillot rond moest lopen. Daar was en ben ik nogal een ster in namelijk. Opa en oma zouden mij misschien wel op televisie zien. En heel misschien zou Sinterklaas mij ook wel zien en naar me zwaaien. 
1986. Het jaar dat Sinterklaas met zijn gevolg aankwam in Zutphen. En niet zomaar Sinterklaas, nee de echte! En behalve heel veel Zwarte Pieten kwamen er ook mensen van de televisie mee die opnamen gingen maken. Ik herinner me nog hoe we met groep drie bij elkaar zaten op zaterdagochtend en dat het wel erg spannend was. Dat Sinterklaas weer in Nederland kwam was al bijzonder genoeg voor een stel zes-jarigen, nu de kans bestond dat we op televisie zouden komen was het nog veel spannender. Ik had me voorgesteld dat we op de IJsselkade op de komst van Sinterklaas zouden wachten. Helaas ging dat feest niet door. Onze klas werd verwacht in de burgerzaal. Toen we daar zaten zag ik nog heel veel andere kindjes. Er werd ons verteld dat we in de bankjes moesten blijven zitten als Sinterklaas binnenkwam en dat we dan heel hard moesten gaan zingen. Voor mijn gevoel duurde het uren, maar uiteindelijk was het zover! Heel veel Zwarte Pieten, mensen met camera's en toen ook Sinterklaas! Ik heb m'n longen uit m'n lijf gezongen en toen Sinterklaas op zijn stoel zat en een paar kinderen uitgenodigd had om naar voren te komen, toen mochten we allemaal naar voren. Ik keek toen om me heen en zag veel kinderen die niet durfden. Ik wel, ik had namelijk een missie. Ik ben naar Sinterklaas gestormd. Hij zag me en vroeg hoe ik heette. "Henrieke" antwoordde ik. Sint vond dat een mooie naam. 'Ik wil graag een My Little Pony kasteel, Sinterklaas" heb ik geantwoord. "Wat voor een kasteel?" vroeg Sinterklaas? Ik herhaalde mijn vraag waarop Sinterklaas antwoordde: "nou nou". Mijn missie was geslaagd, ik had persoonlijk een peperduur cadeau aan de Sint kunnen vragen en ik had enkele miljoenen getuigen, thuis voor de buis. 
Eenmaal thuis liet buurvrouw Truus zien dat ze de hele uitzending opgenomen had. Zij hadden namelijk een videorecorder. Vol trots zag ik mijn eerste televisie optreden. Familieleden belden om te zeggen dat ze me gezien hadden. 
Of het gelukt is? Ik had Sinterklaas niet erger voor het blok kunnen zetten. Dus ja, ik kreeg het kasteel. En ik heb er heel lang mee gespeeld, ook nog toen ik wist dat ik me al die moeite had kunnen besparen van muts maken en liedjes zingen, maar dat ik het 's ochtends bij het aankleden al had kunnen vragen...